Het is mei 2021 en ik open de inbox van mijn gmail. Goed, liever had ik het niet gedaan, want ik had die dag al meer dan twintig keer in mijn mail gekeken uit automatisme, verslaving, verveling, gewoonte, hoe je het maar wilt noemen, maar ik breng mijn duim naar de gmail app en klik met mijn wijsvinger op het icoontje.
Ik zit aan de eetkamertafel met mijn kop thee om ‘even te ontspannen’, daarbij als een modern mens vergetende dat op mijn telefoon kijken niét de manier is om te ontspannen. Ik zie een nieuw ontvangen mail van wordpress: mijn website. Iemand heeft een comment achtergelaten. Nu is het zo dat ik al vroeg in mijn werk besloten heb dat alle verstuurde comments eerst door mij gecontroleerd worden, voordat ze op mijn website te zien zijn en vandaag ben ik blij dat mijn past-self mij zo in bescherming nam. Bij het lezen van de mail wordt alles stil als een dreigende storm, waarbij de laatste vogels zwijgzaam een veilige plek zoeken en de wind stil gaat liggen, om zich voor te bereiden op een woeste genadeslag. Geconcentreerd lees ik woorden waarin ik op een brute wijze af wordt gemaakt. Ik hoor het bloed in mijn oren suizen, mijn hart voel ik sneller in mijn borstkas kloppen. Ik hap naar adem. Mijn vriend loopt op dat moment voorbij en praat over iets alledaags en vraagt waarom ik niet reageer. “Ik heb een hele erge mail ontvangen,..” zeg ik bijna niet te verstaan. “Wat zeg je?” Vraagt hij. Ik laat het scherm van mijn telefoon zien: “Een haatmail. Ik heb een haatmail ontvangen. Ik word echt voor van alles uitgescholden. Shit, dit doet pijn. Dit doet heel erg pijn…” “Van wie is het?” Ik pak de telefoon opnieuw op en scan de mail door om uit te kunnen vogelen van wie het is, maar het emailadres is verzonnen en bij de naam is ook duidelijk fictieve naam ingevuld. Denk aan iets in de trant van: ikwoudatjenietbestond@gmail.com en Ben Je-ergste-vijand.